Van Ballerina tot Belgisch Trekpaard.
Ik ben Paul en wil U iets vertellen waar John mij enorm mee heeft geholpen.
Ik was getrouwd met Henny. Helaas is zij in Juli 2017 op 68-jarige leeftijd overleden, nadat ze vijf keer die vreselijke ziekte gehad had vanaf haar 44ste levensjaar. Gelukkig heeft ze geen pijn gehad. Uiteraard wel misselijk en moe door de chemo’s en bestralingen. Na haar overlijden is ze gecremeerd. Tot zo ver het verhaal hoe een en ander begonnen is.
Toen kwam het moment dat je haar as thuis krijgt. Ik wilde voor haar een heel mooie asurn, maar hoe ik ook zocht op internet, je vind niets dan potjes, hartjes, gevouwen handen, vazen enz. Allemaal niet mijn keuze. Toen mijn vrouw nog leefde gingen we vaak richting Oost-Brabant. Hier zag je nog veel oude boerderijen, maar ook veel Belgische Trekpaarden.. Daar was ik, maar ook mijn vrouw, “kapot” van. “Moet je die “dikke konten” zien zei ze altijd. Zo kwam ik op internet een gegoten bronzen beeld tegen van twee Belgische Trekpaarden van een kunstenares. Dat was net wat ik zocht. Alleen moest het dan wel hol zijn, zodat je er de as in kon bewaren. Maar helaas wilde die kunstenares hier niet aan beginnen. Na een hele tijd las ik in een plaatselijk weekblad over iemand die wel het een en ander had meegemaakt. Hij was onder behandeling bij een psychiater en dit werd uiteindelijk min of meer een vriend van hem. Hij vertelde hem dat hij moest gaan boetseren, maar dat leek hem in eerst instantie niets, tot zijn creatieve kant de overhand kreeg. Hij begon te boetseren met bijenwas omdat je met bijenwas steeds iets aan kunt passen, want het wordt niet hard. Je kunt je kunstwerk ook beter laten gieten in brons. Ik heb mijn stoute schoenen aangetrokken en heb contact met hem gezocht. Van het een kwam het ander en zo hebben we een afspraak gemaakt om elkaar te ontmoeten. Ik heb hem toen uitgelegd wat mijn bedoeling was. Twee Belgische Trekpaarden gegoten in brons en hol van binnen zodat ik er de as van mijn overleden geliefde Henny in kon bewaren. Nou dat was voor hem bijna een natuurschok. Wat ik bij hem thuis zag staan waren eigenlijk alleen vrouwenfiguren en balletdanseressen. Maar hij beloofde mij dat hij er aan zou beginnen. Wat schetst mijn verbazing. Veertien dagen later kreeg ik een telefoontje van John dat hij het eerste paard klaar had in bijenwas. Eerlijk gezegd was ik er niet meteen “kapot” van. Na nog wat aan- passingen was ik er wel tevreden over. Afwachten tot het tweede paard klaar was dan zou het misschien heel anders ogen dan een enkel paard. Hij zou aan het tweede paard beginnen. Na niet zo’n lange tijd had hij dit ook klaar. Na nog wat aanpassingen was ik tevreden met het resultaat en hij natuurlijk ook. We hebben toen meteen een afspraak gemaakt om samen naar de bronsgieter te gaan. Zo heb ik met eigen ogen kunnen zien hoe “mijn urn” ontstond. Na het gieten en bijwerken kreeg ik het “kunstwerk” mee naar huis en heb het met een heel goede primer geverfd. Ook heb ik een mooi eikenhouten voetstuk eronder gemaakt. Zo staan de beide paarden naast de foto van mijn vrouw op het dressoir waar 24 uur per dag een elektrisch kaarsje brandt. Als ik ’s avonds naar bed ga kijk ik nog vol bewondering naar “mijn paarden” en gaat er nog altijd een bedankje naar John. Ik had niet durven hopen dat ik zoiets voor mijn vrouw Henny had kunnen laten maken. Toen ze het aardse voor het hemelse verruilde waren we 46 jaar getrouwd. Ik hoop nog jaren van John’s paarden te kunnen genieten.
Bedankt John.